In het basisonderwijs is de Cito toets een belangrijk meetmiddel om na te gaan welke kennis de leerlingen hebben van de lesstof. Ondanks dat deze toets eigenlijk bedoeld is om na te gaan waar de leerlingen nog extra les in moeten krijgen, wordt deze momentopname gebruikt om te kijken welk vervolgopleiding geschikt is voor de leerling. Aan de uitslag wordt dus veel waarde gehecht. Tegenwoordig wordt de Friese Plaatsingswijzer toegepast waarin de Cito toets resultaten van de leerling van groep 6, 7 en 8 samen worden gevoegd om te kijken welk advies de leerling krijgt. Dit betreft vooral de resultaten van het vak rekenen en begrijpend lezen. In totaal gaat het om 5 resultaten (2 van groep 6, 2 van groep 7 en 1 van groep 8) waarna er een bindend advies volgt. Deze kan alleen naar boven worden aangepast als het resultaat van de Centrale Eindtoets, die aan het einde van groep 8 wordt afgenomen, hoger is dan het eerder advies aangegeven heeft. Het is dus belangrijk om al in groep 6 serieus om te gaan met de Cito toets. Om iets goed te beheersen is het logisch dat je er voor traint. Daarom heeft Bijles Noord besloten om daar extra aandacht aan te geven.
Wat houdt de training in? Eerst wordt gekeken of de leerling alle lesstof beheerst die nodig is om de toets te kunnen maken. Dit betreft onder andere de kerndoelen opgesteld door SLO. Daarnaast wordt er getraind met de typische Cito-vraagstelling. Hoe lees je de vraag. Hoe ga je om met meerkeuze vragen. En hoe lees je een eventuele tekst bij de toets over begrijpend lezen. Met alle leerlingen wordt op hun eigen niveau geoefend. Om leerlingen te helpen succes te beleven worden de leerlingen eerst op weg geholpen (tips), waarna de hulp steeds minder wordt, zodat de leerling op den duur zelfstandig de vragen kan beantwoorden. De training wordt voornamelijk gegeven voor de vakken rekenen en begrijpend lezen. Spelling, woordenschat en technisch lezen komen eventueel ook aan bod.